Hoofdpagina Volgende blog Voorgaande blog Contact


OOST-WEST

Blogs uit diverse windstreken

Door Ernst Peter Oosterbroek


Stad en Land
01-02-2016

Mijn hele leven tot nu toe heb ik in de stad gewoond. Toch vormen ruilverkaveling en landinrichting een rode draad in mijn bestaan.

Context:
In 2016 heb ik ter gelegenheid van 100 jaar ruilverkaveling in Nederland een reeks korte artikelen geschreven voor de Kadaster-website. Dit artikel was er oorspronkelijk ook voor bedoeld, maar paste bij nader inzien toch minder goed bij de reeks. Ik vind het evengoed het delen waard. Bij deze.

Mijn vader werkte vroeger bij de Cultuurtechnische Dienst (CD). Hij was onder andere actief in de herverkaveling Zeeland, de grootschalige gebiedsinrichting na de watersnood van 1953. Als hij thuis over zijn werk sprak had hij het geregeld over “De Zak”. Dat was minder ernstig dan het klinkt. Hij bedoelde daarmee het herverkavelingsproject ‘Zak van Zuid-Beveland’. Als civiel ingenieur bij de CD hield hij zich bezig met het aanleggen van wegen in ruilverkavelingen. Bij uitstapjes in het weekend en vakanties kwamen we regelmatig in ruilverkavelingsgebieden verspreid over het land. “Dit is een ruilverkavelingsweg” en “Dit is een ruilverkavelingsboerderij” zijn uitspraken die ik mij herinner als de dag van gisteren. Het waren de “heroïsche jaren van de ruilverkaveling”, zoals beschreven door Gerrie Andela in haar boek ‘Kneedbaar landschap, kneedbaar volk’. Een feest van herkenning.

Tijdens mijn geodesiestudie in Delft toonden de professoren De Haan en Van Berk zich fervente ambassadeurs van herverkaveling, de een vanuit het juridische perspectief, de ander vooral gevoed door praktijkervaring. Ik leerde de definitie van herverkavelen: het planmatig ruilen van grond als instrument om een gebied beter geschikt te maken voor zijn bestemming vanuit de ruimtelijke ordening. In de jaren 80 ging dat allang niet meer alleen om het verbeteren van de agrarische structuur en waterbeheersing, maar ook om het vrijmaken van ruimte voor natuurontwikkeling, infrastructuur en openluchtrecreatie.
Na studie komt werk. In mijn eerste functie bij het Kadaster mocht ik meewerken aan de introductie van het systeem FINGIS voor landinrichtingsprojecten. Met het destijds hypermoderne systeem, gebouwd door een aantal zwijgzame Finnen, maakten we de overgang van analoog naar digitaal werken. Via de kaart konden we mutaties in een administratieve database aanbrengen. Nu is dat gewoon, maar toen was dat nog niet eerder vertoond. Ik ben nog steeds trots op wat we toen samen met de Finnen hebben gebouwd. Pas een paar jaar geleden hebben we afscheid genomen van het inmiddels gedateerde systeem.

Met de invoering van de Landinrichtingswet in 1985 veranderde de benaming van de Kadasterfunctionaris in de projecten van ‘landmeter-deskundige’ in ‘ingenieur van het Kadaster’. Ik was zo’n ingenieur in diverse projecten in Gelderland en Utrecht. Bij mijn kennismaking met het Utrechtse project Eemland kreeg ik een lesje in natuurontwikkeling. Als stadse jongen dacht ik bij natuur aan bos en heide, terwijl ik in Eemland alleen maar weiland zag. Maar er was weiland voor de boeren en weiland voor de vogels. Nu, vele jaren later, kun je aan het grasland wel verschil zien. Het weidevogelgebied is drassiger, heeft hoger gras en er is een grotere diversiteit in de gras- en plantensoorten. En daardoor zitten er veel meer vogels.

De afgelopen tien jaar was mijn betrokkenheid bij landinrichting minder intensief. Er is veel veranderd in die tijd. De Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG), veel meer nadruk op vrijwillige verkaveling, decentralisatie van rijk naar provincies, het einde van de Dienst Landelijk Gebied, kleinere projecten en veel minder ingrepen in het terrein. Maar wat gebleven is, is het ruilen van grond om een gebied beter geschikt te maken voor zijn functies. Het aandachtsgebied is daarbij zelfs uitgebreid naar de stad. En dat doet mij dan weer denken aan mijn studietijd. Professor Van Schilfgaarde was een ware pleitbezorger van stedelijke herverkaveling. Na wat proefnemingen rondom de Groningse Folkingestraat is het ruim 30 jaar stil gebleven rondom dit instrument. Maar zaken als winkel- en kantorenleegstand hebben stedelijke herverkaveling weer helemaal terug op de kaart gezet.

Mijn hele leven tot nu toe heb ik in de stad gewoond. En nu komt zelfs de herverkaveling naar de stad.